Er is iets vreemds aan de hand. Ondanks een ruime halvering van de olieprijs neemt de mondiale economische groei af. Normaal gesproken volgt op een dergelijke prijsdaling van het zwarte goud een versnelling van de internationale groei. De prijs van olie is namelijk negatief gecorreleerd met de groei of krimp van de wereldeconomie. Naoorlogse oplevingen zijn dan ook zonder uitzondering voorafgegaan door een scherpe daling van de olieprijs. Lees verder
De slagkracht die de Japanse economie in de naoorlogse periode ontwikkelde is alom bekend. Dat het beleid met betrekking tot de bancaire kredietverlening hierbij een doorslaggevende rol speelde is helaas in economische analyses onderbelicht gebleven. De economische expansie van Japan, evenals de daarop volgende stagnatie, zijn echter onlosmakelijk verbonden met het gevoerde kredietbeleid. Alvorens het accent te leggen op financieringsapecten, wordt in het vervolg van dit artikel eerst de industriële structuur van Japan belicht. Lees verder
Er is sprake van financiële repressie als de nominale korte rentevoet gedurende een langere periode lager is dan de inflatie. De koopkracht van spaartegoeden neemt dan in de tijd af, omdat rentebijschrijvingen de inflatie niet volgen. Dit kan ook het geval zijn in een situatie zonder inflatie, maar met een negatieve korte rentevoet. Sinds 2013 zijn beleggers in staatsobligaties van zogenaamde triple-A landen al het slachtoffer van genoemde financiële repressie. Dit betrof staatsobligaties met een looptijd tot 18 maanden. Lees verder
Sinds de val van Lehman Brothers, in september 2008, is de wereld getuige van een monetair experiment dat – buiten Japan – in deze omvang geen historisch precedent kent. Eufemistisch klinkende aanduidingen als Quantitative Easing (QE) of Credit Easing (CE) en Zero Interest Rate Policy (ZIRP) komen bij de gemiddelde toehoorder weliswaar amper door de vervelingsdrempel heen, maar verhullen wel maatregelen die een gevaarlijke monetaire impasse etaleren. Lees verder
Aanhangers van de Britse econoom John Maynard Keynes, ook wel neo-Keynesianen genoemd, hebben een foutief beeld van de rol van schulden in het financiële systeem. Het is beleidsmatig verleidelijk om schulden aan te gaan, omdat het verhoogde schuldniveau van dominante invloed is op de korte-termijnbeweging van de conjunctuurgolf. Op macro-economisch niveau wordt de vraag op enig moment immers vooral bepaald door de som van alle inkomenscomponenten, plus de toe- of afname van het totale schuldniveau. Lees verder
De hardnekkige economische stagnatie die in Japan de laatste 20 jaar gepaard gaat met prijsdalingen legt pijnlijk bloot waarom de Amerikaanse centrale-bankpresident – Ben Bernanke – zo bang is voor deflatie. Het monetaire stimuleringsbeleid van de FED is daarom bovenal gericht op het instandhouden van een inflatie van 2 à 3%. Lees verder
De uitspraak poverty in the midst of plenty is in veel contexten gebezigd. Bijvoorbeeld door Winston Churchill, die met deze woorden – uitgesproken tijdens zijn lezing op 19 juni 1930 aan de Universiteit van Oxford – doelde op de discrepantie tussen het aanwezige productievermogen en de beschikbare koopkracht. Lees verder
De oprichting van de Amsterdamse Wisselbank door de gemeente Amsterdam in 1609 is – naast de introductie van de eerste aandelenbeurs ter wereld – onlosmakelijk verbonden met het succes van de Nederlandse Gouden Eeuw. Lees verder
Hét essentiële financieel economische probleem van deze tijd is een schuldencrisis. Hoe het zover heeft kunnen komen heeft te maken met de systematiek van het huidige geld- en kredietsysteem. Lees verder