Monetaire Economie

De problemen van het huidige monetair beleid
en mogelijke oplossingen

De uitspraak poverty in the midst of plenty is in veel contexten gebezigd. Bijvoorbeeld door Winston Churchill, die met deze woorden – uitgesproken tijdens zijn lezing op 19 juni 1930 aan de Universiteit van Oxford – doelde op de discrepantie tussen het aanwezige productievermogen en de beschikbare koopkracht.

Poverty in the midst of plenty

Periodes die gedomineerd worden door inflatie waren niet ongewoon, maar dit was anders. Er was een hoogwaardig productieapparaat aanwezig zoals nooit tevoren, maar er waren geen kopers. Churchill vroeg zich dan ook ver­twijfeld af: Are we really to believe that no better adjustment can be made between demand and supply? Het vraaguitval­probleem in de wereld werd ook in de volgende 10 jaar – tot WO II – niet opgelost. Hierdoor bleef de werkloosheid extreem hoog en daalden de prijzen.

Het monetair beleid en de schuldencrisis

Gedurende een inflatieperiode nemen schulden en de geldhoeveelheid hand in hand toe. Als de schuldquote dan een kritische grens overschrijdt, neemt de geldhoeveel­heid automatisch af via afschrijvingen en het intrekken van leningen. Zowel inflatie als deflatie duiden op een mismatch van vraag en aanbod. Bij inflatie zijn er te veel geldeenheden in omloop ten opzichte van het aanbod van goederen en diensten, terwijl bij deflatie het omgekeerde het geval is.


De huidige schuldencrisis wordt – evenals de financiële crisis van de jaren ’30 – veroorzaakt door overmatige schuldposities die aangegaan zijn bij private instellingen zoals banken en institutionele kapitaalverschaffers. Het probleem zit in het huidige monetair beleid, dat toestaat dat banken geld in omloop brengen waar geen bespa­ringen tegenover staan. Institutionele beleggers zoals pensioenfondsen werken met kapitaal dat wél voortkomt uit besparingen. Deze partijen veroorzaken dan ook geen systeemrisico indien zij moeten afschrijven. Zij raken weliswaar geld kwijt, maar werken niet met een financieringshefboom.

Kredietverstrekking door de Europese banken

De banken uit de EU zijn veruit dominant als het gaat om de mondiale krediet­verstrekking. In 2011 was de Europese bancaire kredietverstrekking ongeveer 25 keer de tier-1 ratio. Dat wil zeggen dat er 25 keer het kernkapitaal uitstond aan leningen. De Basel-III regels die per 2017 ingaan, halveren deze ratio grofweg. Dit betekent dat het Europese bankwezen de helft van zijn leningen moet intrekken of zijn kernkapitaal moet verdubbelen. Hierdoor neemt de kredietverstrekking onher­roepelijk af, waardoor wereldwijd de hoeveelheid geld in omloop daalt.

Het gevolg van deze regels is dat de aflossings- en renteverplichtingen toenemen in relatie tot de beschikbare geldeenheden, zodat steeds meer verplichtingen op micro­niveau niet meer nagekomen kunnen worden. Massawerkloosheid en koopkracht­daling zijn het gevolg. De aflossingsproblemen zullen hierdoor verder toenemen en banken moeten nog meer afschrijven, waardoor de recessie zichzelf gaat versterken. Deze vicieuze cirkel veroorzaakt een situatie die in extremis het gehele systeem, inclusief de overheidsfinanciën, in een staat van faillissement brengt.

Monetaire reset en een nieuw monetair systeem

De beschreven dynamiek richting een full stop vereist uiteindelijk een monetaire reset. Deze moet voorafgegaan worden door een schuldenkwijtscheldingsprogram­ma, ook wel debt jubilee genoemd. Schuldkwijtscheldingen zijn al gebruikelijk sinds het oude Mesopotamië.

Kwijtschelding is echter niet de finale oplossing, omdat het vigerende debt based monetary system vroeg of laat simpelweg een nieuwe ronde aan speculatie en schuldenopbouw zal veroorzaken. Schuldsanering moet gekoppeld worden aan een nieuw monetair systeem, waarbij de geldschepping gedisciplineerd wordt door middel van een extern anker in de vorm van bijvoorbeeld een goudstandaard. Dit monetair beleid heeft de eerste 20 jaar na WO II goed gefunctioneerd.

De overheid als geldmonopolist

Een andere – meer politiek getinte – oplossing is een monetaire reformatie richting een state-money credit system. Een dergelijk monetair beleid vereist een nationale munt, waarbij de soevereine staat de enige partij is die geld kan scheppen. Geld wordt dan schulden- en rentevrij in omloop gebracht en de hoeveelheid wordt zoda­nig bewaakt dat er geen inflatie of deflatie optreedt.

Dit betekent tevens het einde van het fractional reserve privilege waarmee commer­ciële banken geld in omloop brengen. Banken zijn dan slechts intermediairs die spaargelden accepteren om deze vervolgens uit te lenen ten behoeve van private investeringen. Overheden hebben geen schuldpositie meer en de private schulden kunnen nooit méér bedragen dan de beschikbare besparingen. Het rentetarief van de ter beschikking gestelde besparingen aan banken is dan aan de in- en uitleenkant onderhevig aan zuivere marktwerking.

Een nieuw monetair beleid: The Chicago Plan Revisited

Het state-money credit system is in de jaren ’30 uitgewerkt aan de universiteit van Chicago en staat bekend als het Chicago-plan. Gerenommeerde economen als Irving Fisher en Henry Simons zijn hierbij betrokken geweest. In september 2011 is een wetsvoorstel in het Amerikaanse Congres ingediend voor de invoering van een monetair beleid dat op een dergelijk systeem gebaseerd is. Het voorstel staat bekend als de National Emergency Employment Defence Act of 2011 en is te vinden onder House Resolution 2990. Gegeven de belangen van de financiële sector en de huidige verhoudingen in het Congres en de Senaat heeft dit voorstel voorlopig geen kans.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Dat het Chicago-plan meer grond onder voeten krijgt, bewijst recent onderzoek van Benes en Kumhof, die werkzaam zijn bij het IMF. Fisher en Simons konden de gevolgen van dit plan in 1936 niet goed kwantificeren, maar claimden het einde van de business cycle, zodat:

  1. speculatieve kredietgroei en dito verhitting van de economie niet meer gevolgd worden door recessies en een ultieme finale schuldendepressie;
  2. publieke en private schuldniveaus dramatisch afnemen, omdat geldschepping niet meer gekoppeld is aan schuldcreatie;
  3. een bancaire crisis uitgesloten is.

Onder de vlag van het IMF zijn de gevolgen van dit plan alsnog gekwantificeerd met behulp van moderne compu­termodellen. De resultaten zijn verbluffend en claimen een vrijwel onmiddellijke oplossing van het huidige schuldenprobleem, in combinatie met een enorme stimulans voor de wereldeconomie. Het working paper van augustus 2012 – te vinden onder WP/12/202 – gaat uiteraard vergezeld van een policy disclaimer van het IMF. Toch is het feit dat dit onderzoek vrijgegeven wordt een teken aan de wand met betrekking tot het falende debt based monetary system.


Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.

Reacties:

Tuurlijk

Orde uit chaos! En zo komt het IMF op het " juiste moment" met de " juiste " oplossing. Prijs die wij ervoor betalen is...

Basel iii reductie tier1 ratio

Kan een bank haar kernkapitaal verdubbelen door o.m. nu belangrijke goudaankopen te realiseren en te speculeren op een (bijna zekere)...

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly