Monetaire Economie
De oprichting van de Amsterdamse Wisselbank door de gemeente Amsterdam in 1609 is – naast de introductie van de eerste aandelenbeurs ter wereld – onlosmakelijk verbonden met het succes van de Nederlandse Gouden Eeuw. De Nederlandse geschiedenis laat zien dat een monetair systeem gebaseerd op een goudstandaard stabiele welvaart kan opleveren.
Deze bank gaf waardepapieren uit tegen 100% onderpand in goud of zilver dat door haar klanten zelf ingebracht werd. Er was zodoende sprake van bankgeld dat 100% gedekt was en als 100% bezitting aan toonder circuleerde. Tegenover dit geld stonden dus geen schulden, maar bezittingen.
Het verdienmodel van de bank bestond uit bewaarloon voor de opgeslagen edelmetalen en een extra liquiditeitsfee voor degenen die behoefte hadden aan bankgeld voor transacties. De ontvanger van dit geld kon de tegenwaarde in goud en/of zilver te allen tijde opeisen. Daar de bank (inter)nationaal een zeer hoog vertrouwen genoot gebeurde dit zelden.
De Nederlandse Gouden Eeuw was aldus gebaseerd op een 100% goudstandaard. Historicus Neil Ferguson beschrijft in zijn boek The Ascent of Money dat de inflatie in Nederland van 1550 tot 1608 2% per jaar bedroeg. Vanaf de oprichting van de Wisselbank in 1609 tot 1658 bedroeg de inflatie slechts 0,9% per jaar. Van 1659 tot 1779 zakte de inflatie verder: naar een gemiddelde van 0,1% per jaar.
In 1602 werd de Vereenigde Nederlandsche Geoctroyeerde Oostindische Compagnie geïntroduceerd op de Amsterdamse aandelenbeurs. Tussen 1602 en 1733 stegen haar aandelen met meer dan 700% – gecorrigeerd voor inflatie. Dit ondanks een royaal dividendbeleid.
Dit voorbeeld laat zien dat het in het verleden mogelijk is geweest economisch gedurende vele generaties te floreren, gebaseerd op een geldsysteem dat 100% gedekt is door een commodity, en kredietgedreven is in plaats van schuldgedreven. De rol van de bank blijft dan zeer beperkt en in de lage landen bleek dat de allocatie binnen de economie extreem efficiënt was. Tijdens de hoogtijdagen van de Oostindische Compagnie liep er om de dag een schip binnen van deze onderneming.
Het geld dat uitgegeven werd door de Amsterdamse Wisselbank was geen verplicht betaalmiddel en werd dus niet opgedrongen aan de burgers, maar dwong op een natuurlijke manier verspreiding af onder de bevolking.
Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.