Financieel- economische crisis

The great depression revisited?

De jaren ’30 van de vorige eeuw staan bekend als the great depression. Deze periode werd in de VS voorafgegaan door een euforisch decennium dat ook wel aangeduid wordt als the roaring twenties. De Europese mogendheden hadden zichzelf tijdens de Eerste Wereldoorlog financieel zodanig verzwakt, dat de weg voor de VS openlag om definitief een wereldmacht te worden. Directe Amerikaanse militaire interventie op het Europese continent bleef beperkt tot het laatste jaar van deze oorlog. Voor de VS was de financieel-economische betrokkenheid bij dit bloedige conflict veel belangrijker. Deze vond plaats in de vorm van (wapen)leveranties op krediet en leningen aan haar bondgenoten.

Schuivende machtsposities

Amerika stak Groot-Brittannië vanaf 1918 dan ook definitief naar de kroon als machtigste land ter wereld. Bij gebrek aan een duidelijke wereldmacht werd het interbellum gekenmerkt door een machtsvacuüm. De Britten hadden de goudstandaard losgelaten om de Eerste Wereldoorlog te financieren en verloren daarmee definitief hun centrale positie in het mondiale financiële systeem. Het zou tot na de Tweede Wereldoorlog duren voordat de VS deze centrale positie overnam. De middenklasse in de VS groeide in de jaren ’20 naar een hoog welvaartsniveau, wat vooral tot uiting kwam in een snelle verspreiding van het autobezit. Het aanstekelijke optimisme in de VS sloeg gedurende de roaring twenties al snel over op de financiële sector en leidde daar tot een explosie van de niet-productieve kredietverlening. De consumptie groeide als kool en speculatie met geleend geld op de beurs was eerder regel dan uitzondering. Beurskoersen bereikten onrealistische niveaus en vrijwel niemand waarschuwde hiervoor. Toen kwam de klap die leidde tot the great depression.

De beurskrach van oktober 1929

Ongecontroleerde kredietverlening had Amerika een ongekende schuldgedreven hoogconjunctuur gebracht. Dit moest fout gaan. In oktober 1929 was het zover. De aandelenkoersen zakte volledig in elkaar. Het feest was voorbij. De zittende Amerikaanse president – Herbert Hoover – had ondanks grote civiele projecten, goud en zilver hebben een intrinsieke waarde waaronder de Hoover Dam, geen afdoende antwoord paraat. Zijn opvolger – Franklin D. Roosevelt – verhoogde de publieke investeringen via zijn New Deal. In 1937 bleek, na een korte opleving, dat Roosevelt de economie ook niet duurzaam aan de praat kreeg. Hij trad wel effectief op tegen het bankenkartel. Dit culmineerde uiteindelijk in de Glass-Steagall wetgeving van 1933.

Glass-Steagall wetgeving

Deze wet is vernoemd naar haar initiatiefnemers senator Carter Glass en congreslid Henry Steagall. De wet schreef een scheiding voor van investeringsbanken en spaarbanken. Hierdoor werden particuliere spaarmiddelen afgescheiden van investment banking activiteiten, zodat spaartegoeden geen basis meer vormden voor risicovolle schuldcreatie ten behoeve van bancaire speculatie. Tegelijkertijd werd de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) in het leven geroepen. Deze overheidsinstelling garandeerde alle particuliere spaartegoeden tot een bepaald maximum bedrag. Dit moest een zogenaamde bankrun in de toekomst voorkomen.

De Pecora-commissie

In 1932 werd de Pecora-commissie ingesteld, vernoemd naar de opsteller van het eindrapport, Ferdinand Pecora. Deze commissie moest de oorzaken van de aandelencrash van 1929 onderzoeken. Uiteindelijk zijn meer dan 1.000 bankiers en handelaren op Wall Street strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld tot gevangenisstraffen. Dit staat in schril contrast met de passieve houding van de Obama administration na het Lehman Brothers faillissement en de daaropvolgende financiële chaos in september 2008. De dominante invloed – via lobbyactiviteiten en politieke sponsoring – van Wall Street op Washington DC is hier wellicht debet aan.

Bill Clinton

De bancaire lobby in Washington DC, onder leiding van Citicorp, werd vanaf midden jaren ’90 zo sterk dat in 1999, tijdens het bewind van de Amerikaanse president Bill Clinton, belangrijke onderdelen van de Glass-Steagall wet werden afgeschaft. De scheiding tussen investeringsbanken en spaarbanken werd na 66 jaar weer ongedaan gemaakt. Dit was vanuit materieel oogpunt de belangrijkste verandering in deze wet. Hierdoor werd de basis voor bancaire geldschepping verder vergroot en kreeg de schuldgedreven kredietverlening een nieuwe impuls. De periode 1999-2008 is kortweg te duiden als een monetaire orgie. Zowel in de VS als in Europa.

The great depresssion

De huidige periode wordt tot op heden door menig econoom als een recessie aangeduid. Afgezien van de situatie in de periferie van de eurozone wordt de huidige situatie door economen als minder ernstig ervaren dan die van de jaren ’30. Het verschil wordt tot nu toe bepaald door de reactie van de centrale banken. In de jaren ’30 werd de centrale bank politiek gekenmerkt door een laisser faire beleid. Het huidige monetaire beleid geeft ons tot nu toe the great depression van de jaren ’30 in slow motion.

De huidige crisis wordt immers met man en macht bestreden vanuit de centrale banken van de ontwikkelde landen via het vrijwel gratis beschikbaar stellen van liquiditeit. Wat zich nu wreekt is de ijzeren wetmatigheid van een inflationary debt based monetary system. Kortgezegd is de weg naar extra schuldvorming binnen dit systeem afgesneden, zodra op nationaal niveau een kritische schuldengrens wordt gepasseerd. De afbouw van schulden heeft dan een afname van de geldhoeveelheid tot gevolg. Dat is de makke van dit systeem. Een afname van de geldhoeveelheid leidt namelijk tot een krimp van de economische activiteit, waardoor nieuwe schuldaflossingsproblemen worden geactiveerd.

Armageddon

De droge cijfers met betrekking tot de publieke en private schuldenlast in het Westen en Japan zijn vandaag de dag als percentage van het BBP veel slechter dan in de jaren ’30. Bovendien blijkt de schuldgedreven groei van de BRIC-landen nu ook haar einde te naderen. Het verschil met de jaren van the great depression is dus enkel de reactie van de centrale banken op de financieel-economische problematiek. Dit kicking the can down the road beleid leidt slechts tot uitstel en vergroot de finale klap. Tel daar de derivatenberg, de internationale arbeidsverdeling en het gebrek aan lokale autonomie bij op en alle ingrediënten zijn aanwezig voor een sluipend financieel-economisch Armageddon.

Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly