Geopolitiek

Is Syriza in staat het tij te keren in Griekenland?

Het Griekse drama heeft met de stembusoverwinning van Syriza een nieuwe wending genomen. Deze politieke beweging ontstond in 2004 uit een samenraapsel van ultra-links georiënteerde splinterpartijen en presenteerde zich als dé coalitie van radicaal links. In juni 2012 veranderde dit activistisch verband haar naam in Verenigd Sociaal Front. Hierop volgde een interne structuurwijziging, waarbij de oprichtende partijen werden ontbonden, zodat Syriza als eenheidspartij werd erkend conform de Griekse kieswet. Hierna kon de partij, indien zij als grootste uit de stembus zou komen, aanspraak maken op een bonus van 50 zetels in het 300 zetels tellende Griekse parlement. Vandaar dat Syriza in januari 2015 – met slechts 36,3% van de stemmen – bijna een absolute meerderheid verwierf.

Tijdens de verkiezingscampagne suggereerde partijleider Alexis Tsipras dat hij het lot van de Grieken eigenhandig ten goede kon keren. De belangrijkste beloften betroffen het kwijtschelden van schulden via nieuwe onderhandelingen met de crediteuren, het weer in dienst nemen van ontslagen ambtenaren én een verhoging van het minimum loon met minstens 10%. Tsipras speelde Sinterklaas en strooide voor eenieder naar behoefte zoetigheid in het rond. Vervolgens presenteerde hij zijn overwinning als een democratisch fait accompli richting zijn Europese tegenspelers. Het volk had immers gesproken en wilde een einde aan de bezuinigingen en herstructureringen.

Griekenland houdt vooralsnog vast aan de euro

euro-exitDe onderhandelingspositie van Tsipras was uitermate zwak. Syriza had een Grexit op voorhand uitgesloten en verloor zo een belangrijke troefkaart waarmee de gehate Trojka onder druk gezet kon worden. Welbeschouwd betekent invoering van de euro tevens het accepteren van financiële spelregels die het nationale democratische proces marginaliseren zodra begrotingstekorten en/of schuldposities te ver oplopen. Het kan dan niet zo zijn dat het nationale electoraat vervolgens – via een stembusgang – beschikt over de portemonnee van alle overige burgers in de eurozone. Zeker niet als het land in kwestie via leugen en bedrog de euro ingerommeld is.

Griekenland behoort tot de landen waarvoor de euro veel te duur is, gegeven de loonkosten per eenheid product. Dan is het van tweeën een: of men verlaat de euro en devalueert extern via de drachme, of men blijft in de euro en devalueert intern. Meer smaken zijn er niet, afgezien van een transferunie waarin de ene helft van de eurozone permanent de andere helft subsidieert.

De Latijnse muntunie

Griekenland is een notoire recidivist als het gaat om list en bedrog binnen een muntunie. In 1868 trad het land toe tot de Latijnse muntunie die drie jaar ervoor was opgericht door Frankrijk, Italië, Zwitserland en België. Deze muntunie was gebaseerd op een bimetalistische standaard, waarbij gouden en zilveren munten naast elkaar circuleerden met dezelfde waarde. De nationale munten van de deelnemende landen bevatten 4,5 gram zilver of 0,29 gram goud en werden onderling uitwisselbaar. Kort nadat Griekenland toetrad werd met name Frankrijk overspoeld door drachmes met te weinig zilver. Zoiets wordt in de volksmond valsemunterij genoemd. Griekenland werd uiteindelijk in 1908 uit deze muntunie gegooid.

Griekenland: een falende Staat

De situatie in Griekenland is zonder meer schrijnend. De vraag is of dat enkel en alleen te wijten is aan de euro. Hoe is het bijvoorbeeld mogelijk dat burgers van een land ophouden met het betalen van belastingen op het moment dat zij vermoeden dat Syriza de verkiezingen gaat winnen? Dat kan alleen in een rechtstaat die, als het op plichten aankomt, volledig faalt door het ontbreken van een onafhankelijk effectief uitvoeringsapparaat. Dat falen is een gevolg van politieke keuzes die het Griekse volk gedurende tientallen jaren zelf gemaakt heeft.

Het heeft in Griekenland tot op de dag van vandaag ronduit ontbroken aan een nationaal verantwoordelijkheidsgevoel. Men stemt in grote getale op Syriza en haalt gelijktijdig grote sommen geld van de bank. Dit gedrag valt in de categorie collectief opportunisme met de Europese belastingbetaler als achtervang. Het aantal voorbeelden is schier oneindig. Een enorm zwartgeldcircuit, vele miljarden op buitenlandse bankrekeningen, belastingprivileges ten gunste van het establishment et cetera. Kortom: corruptie en cliëntelisme alom. Vervolgens verwacht Syriza doodleuk dat er ook vanuit de arme delen van de eurozone zoals de Baltische landen, Portugal en Slowakije bijgepast wordt.

Yanis Varoufakis

yanis-varoufakisMet Yanis Varoufakis heeft Griekenland ongetwijfeld een bekwaam econoom als minister van Financiën op het pluche gehesen. Deze academicus, die in Engeland studeerde en lange tijd in Australië doceerde, fulmineerde vanaf het begin van de financiële crisis tegen de rigide begrotingskaders binnen de eurozone. Varoufakis behoort tot de neo-Keynesianen. Voor hen staat de vraagzijde van de economie centraal. Zij zien een staatshuishouding hoofdzakelijk als een vraaggedreven kringloopsysteem. Varoufakis begrijpt dat schuldverzadiging leidt tot vraaguitval die uitmondt in een deflatoire depressiespiraal. Daarom hamert hij doorlopend op een forse schuldkwijtschelding, zodat de Griekse economie via een nieuwe schuldgedreven demand pull “kan herstellen”. Varoufakis classificeert het uitblijven van een reactivering van de Griekse credit card dan ook ongegeneerd als fiscal waterboarding.

Klinkt op het eerste gezicht logisch, maar Varoufakis laat systematisch weg wat hem niet uitkomt. Allereerst heeft Griekenland in 2012 al eens de grootste schuldherschikking uit de mondiale financiële geschiedenis ontvangen. Private partijen slikten toen een verlies van meer dan 100 miljard euro. Bovendien is de aflossingstermijn van de lopende schulden sterk verlengd en is de rente op deze schulden teruggebracht naar gemiddeld 2%. Dit betekent simpelweg een forse verdere schuldreductie.

Het Griekse probleem zit helaas véél dieper dan de Griekse schuldquote. Als Griekenland qua schuldquote maatgevend is dan heeft Nederland een groter probleem dan Griekenland. De publiek-private schuldquote in Griekenland is namelijk veel lager dan die van Nederland. Nee, het probleem van Griekenland is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Ierland, structureel van aard mijnheer Varoufakis. De Griekse problemen zijn niet op te lossen met Keynesiaanse tovenarij ten laste van andermans portemonnee. Het land heeft simpelweg geen grensoverschrijdend verdienmodel. Daarom stortte het BBP na 2008 met 25% in toen de schuldgedreven (overheids)consumptie wegviel. Dit enorme structurele manco los je niet op met schuldafschrijvingen, maar vereist een pijnlijk proces van langdurige herstructureringen. Griekenland moet zichzelf opnieuw uitvinden.

Door het ontbreken van een serieus verdienmodel draait een terugkeer naar de drachme ook op een ramp uit. Nog afgezien van het feit dat een groot deel van de Griekse schulden onderhevig is aan buitenlands recht. Dit verhindert omzetting van deze schuldposities in de drachme om ze vervolgens via inflatie grotendeels te laten verdampen. Een eigen munt brengt inflatie immers als een potentiële beleidskeuze in beeld. Hoe dan ook: hervormingen zijn noodzakelijk, in een muntunie én daarbuiten.


Varoufakis en Tsipras weten dit alles als geen ander. Dat de eigen bevolking tijdens verkiezingen een rad voor de ogen wordt gedraaid is een binnenlandse aangelegenheid, maar de tijd dat leugen en bedrog het verschil maakt in de eurozone is voor Griekenland voorgoed voltooid verleden tijd. Het ideologische speelkwartier van Syriza is definitief voorbij.

Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly