Geopolitiek

Monetaire politiek



Een nieuwe toekomstige monetaire politiek genereert slechts dan optimale resultaten als aan de volgende maatschappelijke en economische kernvoorwaarden is voldaan:

  • individuele vrijheid, gebaseerd op onvervreemdbare constitutionele rechten
  • eerlijk, niet manipuleerbaar schuldenvrij geld
  • vrije markten
  • internationale politiek gebaseerd op niet interveniëren buiten verdragsgebieden
  • sterke naleving en handhaving van de wet
  • decentralisatie van politieke besluitvorming op nationaal niveau, gekoppeld aan een kleine overheid, waarbij overal down-top processen gestimuleerd worden, vergelijkbaar met het Zwitserse model

Alle genoemde uitgangspunten staan momenteel in de Europese Unie en de VS onder druk. Eerlijk, niet manipuleerbaar schuldenvrij geld is in het huidige fiat-geld-systeem zelfs volkomen buiten beeld geraakt.

De huidige monetaire politiek en het vrije-marktbeginsel

Het gevaar bestaat dat de huidige crisis straks voeding geeft aan een maatschappelijke veroordeling van het vrije-marktbeginsel. De huidige problemen zijn juist het gevolg van een gebrek aan vrije-marktwerking in het geldscheppings­wezen.

De wet van vraag en aanbod moet – net zoals in reële markten – ook in de geldmarkt van kracht zijn. In een goed functionerende geldmarkt komt dit tot uiting in de prijs van geld: de rente. Juist op dit vlak ontbreekt een gezonde marktwerking, doordat de rente vastgezet wordt door de toezichthouder, c.q. de centrale bank.

De centrale bank zet de basisprijs van geld vast en laat de geldhoeveelheid min of meer vrij bewegen. De ECB en de andere centrale banken hanteren weliswaar een inflatiedoelstelling, die onder andere met het rentewapen bestreden kan worden, maar bij het vaststellen van de inflatie worden de prijsbewegingen van activa zoals onroerend goed, aandelen en obligaties niet meegenomen.

Deze centralistische monetaire politiek leidt – samen met de geldscheppings­multipliers tot luchtbellen, die nog eens vergroot worden door slechte investeringsbeslissingen en speculatie in eerdergenoemde activa-categorieën. Het systeem bereikt vervolgens het einde van zijn levenscyclus op het moment dat de eerste schuldenaars vanuit de reële economie hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen vanwege de ontstane prijsniveaus.

Monetaire politiek en rentemanipulatie

Al het girale geld dat in omloop is, is in het bancaire systeem verbonden met schuld­componenten. Dit is inherent aan de gehanteerde boekhoudsystematiek. De geld­hoeveelheid moet dan steeds worden vergroot, omdat er anders mathematisch onvol­doende geld in omloop is om – behalve aan de aflossingsverplichting – ook aan de renteverplichting te kunnen voldoen. De rentecomponent moet immers ergens in het systeem als nieuw geld in omloop worden gebracht.

Dit is de reden dat centrale banken de korte en lange rente nu al enige tijd richting 0% manipuleren. Deze monetaire politiek wordt ook wel aangeduid met Zero Interest Rate Policy (ZIRP). Er wordt zelfs al gesproken over Negative Interest Rate Policy (NIRP).

De grote onteigening is begonnen

Zodra de geldhoeveelheid stagneert, wordt de bevolking onteigend. Dit is gedurende the great depression in de jaren ’30 gebeurd. Eerst werd in de jaren ’20 de geld­hoeveelheid sterk vergroot, daarna liet men haar krimpen, waarop vervolgens de grote onteigening begon. De multipliers die banken hanteren werken namelijk in twee richtingen!

Op dit moment worden de bancaire schuldposities gesocialiseerd. Sommige politieke elementen reageren alsof het kapitalisme gefaald heeft. Maar het was juist het ontbreken van de vrije-marktwerking in de geldmarkt, waardoor de huidige crisis onomkeerbaar is gewor­den.

Het geldscheppingsproces leidt gedurende de fase van kredietexpansie tot inflatie die met name de onder- en middenklasse treft. Dit komt omdat de overheid en de banken – met daaropvolgend de grote bedrijven – het nieuwe geld als eerste in handen krijgen. Voordat dit geld naar beneden is gesijpeld, heeft de opwaartse druk op de prijzen door kunstmatige koopkracht al plaatsgevonden.

Daarnaast is het gehele monetaire systeem volgens deze doctrine gebaseerd op het maken van, en het in omloop brengen en houden van schulden, wat uiteindelijk leidt tot het afromen van koopkracht en het wegsluizen van bezittingen richting degenen die het geld in omloop brengen. Dit gebeurt gedurende de deflatiefase, die inherent is aan de dynamiek van de schuldencyclus. Deze deleverage-fase gaat gepaard met een faillissements- en afschrijvingsgolf, die dit proces verder versterkt.

Het Wirtschaftswunder: Duitse monetaire politiek

Het succes van de Duitse Mark en haar Wirtschaftswunder (1949-1989) was een monetaire politiek die vooral de geldhoeveelheid in de gaten hield en de rentevoet liet variëren. Dit leidde tot een sterke munt, minimale inflatie en een door de markt bepaald renteniveau. Ook werd door deze politiek speculatie de kop ingedrukt en kwam de ontwikkeling van de reële economie automatisch centraal te staan. Dit leidde vervolgens tot het ontstaan van een welvarende middenklasse.

Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly